Kwartet voor NT2 cursisten

Van Uitgeverij Kleurrijker, diverse thema’s

Doel van Kwartet betekent vier kaarten van dezelfde soort. Het is de bedoeling door slim te spelen en kaarten te vragen zoveel mogelijk setjes van vier kaarten te krijgen. Door goed op te letten bij andere beurten kun je achterhalen wie welke kwartetkaarten heeft. De speler met de meeste kwartetten wint.

Set 1 heeft een blauwe achterkant, set 2 een oranje en set 3 een groene. Elk kwartet binnen een set heeft ook een eigen kleur. Op deze manier kun je de kaarten later weer makkelijk ordenen.


Algemene spelinstructies

Je hebt bijvoorbeeld van het kwartet het gezin al de vader en de zoon. Je hebt de moeder en de dochter nog nodig. Je vraagt dan aan één speler een andere kaart van het kwartet het gezin. Je mag geen kaart van een kwartet vragen, als je zelf nog geen enkele kaart van dat kwartet hebt!


Iedere set bestaat uit 15 kwartetten. Dat is te veel om het spel binnen een kwartier te spelen. Gebruik daarom bij 2 of 3 spelers 8 kwartetten en bij 4, 5 of 6 spelers maximaal 12 kwartetten. Schud de kaarten en verdeel ze onder de spelers. Iedere speler krijgt 6 tot 8 kaarten. De kaarten die eventueel overblijven, leg je gesloten in een pot op tafel. Houd je kaarten in je hand. De andere spelers mogen je kaarten niet zien!


Zeg eerst de naam van een andere speler. Noem dan de naam van het kwartet en vraag ‘Heb jij van het gezin ... ?’ Noem dan de kaart die je wilt hebben. Bijvoorbeeld: ‘Amir, heb jij van het gezin de moeder?’ Ja? Dan moet hij deze aan je geven. Jij mag nog een kaart aan iemand vragen. Heb je een set van vier kaarten? Dan roep je 'Kwartet!' en leg je het kwartet op tafel. Nee? Dan mag je een kaart van de pot pakken, als er (nog) een pot is. De speler aan wie je het laatst een kaart hebt gevraagd, is dan aan de beurt. Klaar? Het spel is afgelopen als alle kwarteen compleet zijn. De persoon met de meeste kwartetten heeft gewonnen!


Kennen de deelnemers het spel niet? Laat ze dan eerst hun kaarten op tafel leggen. Zo kun je elkaar helpen. Als alle deelnemers het spel door hebben, houden ze de kaarten in hun hand.


WAAROM EN HOE IN TE ZETTEN VOOR NT2-deelnemers?

Op de kaarten staan alleen foto’s en de kwartetnamen. De reden dat er alleen foto’s op de kaarten staan is dat cursisten dan echt hun woordenschat oefenen. ‘Hoe heet dat ook alweer?’, zullen ze zich soms afvragen. Weten ze een woord niet? Dan kunnen ze de foto of het woord omschrijven. Een medecursist kan het goede woord zeggen en vragen of hij/zij die kaart bedoelt. Op die manier worden cursisten uitgedaagd om geleerde woorden echt productief te gebruiken en om samen Nederlands te praten. Ook wordt gewerkt aan het leggen van relaties tussen de woorden en het categoriseren van woorden en afbeeldingen.


Hebben de deelnemers nog geen enkele kennis van de Nederlandse taal?

Gebruik dan de kaarten om de woorden aan te leren.