Kwartetspel Nederland in beeld
Van Uitgeverij Boom
Van Uitgeverij Boom
Doel van Kwartet betekent vier kaarten van dezelfde soort. Het is de bedoeling door slim te spelen en kaarten te vragen zoveel mogelijk setjes van vier kaarten te krijgen. Door goed op te letten bij andere beurten kun je achterhalen wie welke kwartetkaarten heeft. De speler met de meeste kwartetten wint.
Algemene spelinstructies
Je hebt bijvoorbeeld van het kwartet ‘eten’ al de tafel dekken en koken. Je hebt boodschappen doen en koken nog nodig. Je vraagt dan aan één speler een andere kaart van het kwartet ‘eten’. Je mag geen kaart van een kwartet vragen, als je zelf nog geen enkele kaart van dat kwartet hebt!
Het kwartet bestaat uit 20 sets. Dat is te veel om het spel binnen een kwartier te spelen. Gebruik daarom bij 2 of 3 spelers 8 kwartetten en bij 4, 5 of 6 spelers maximaal 12 kwartetten. Schud de kaarten en verdeel ze onder de spelers. Iedere speler krijgt 6 tot 8 kaarten. De kaarten die eventueel overblijven, leg je gesloten in een pot op tafel. Houd je kaarten in je hand. De andere spelers mogen je kaarten niet zien!
Zeg eerst de naam van een andere speler. Noem dan de naam van het kwartet en vraag ‘Heb jij van ‘eten’ ... ?’ Noem dan de kaart die je wilt hebben. Bijvoorbeeld: ‘Amir, heb jij van ‘eten’ de ….?’ Ja? Dan moet hij deze aan je geven. Jij mag nog een kaart aan iemand vragen. Heb je een set van vier kaarten? Dan roep je 'Kwartet!' en leg je het kwartet op tafel. Nee? Dan mag je een kaart van de pot pakken, als er (nog) een pot is. De speler aan wie je het laatst een kaart hebt gevraagd, is dan aan de beurt. Klaar? Het spel is afgelopen als alle kwarteen compleet zijn. De persoon met de meeste kwartetten heeft gewonnen!
Kennen de deelnemers het spel niet? Laat ze dan eerst hun kaarten op tafel leggen. Zo kun je elkaar helpen. Als alle deelnemers het spel door hebben, houden ze de kaarten in hun hand.
WAAROM EN HOE IN TE ZETTEN VOOR NT2-deelnemers?
Het kwartetspel Nederlands in beeld helpt de beginnende anderstalige om zijn woordenschat op te bouwen.
Hebben de deelnemers nog geen enkele kennis van de Nederlandse taal?
Gebruik dan de kaarten om de woorden aan te leren.