Overzicht taalniveaus NT2
Het is handig om te weten wat het niveau van je deelnemer is als je samen gaat oefenen.

EINDNIVEAU A1 (BASISGEBRUIKER)
- Iemand met taalniveau A1 begrijpt woorden of namen die vertrouwd zijn en heel eenvoudige korte zinnen.
- Kan vertrouwde dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen, gericht op concrete behoeften, begrijpen en gebruiken.
- Kan zichzelf aan anderen voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens zoals waar hij/zij woont, mensen die hij/zij kent en dingen die hij/zij bezit.
- Kan op een simpele wijze reageren, aangenomen dat de andere persoon langzaam en duidelijk praat en bereid is om te helpen.
- Is nog niet bekend met verschillende tijdsvormen (verleden tijd, voltooide tijd).
- Spreekt met korte zinnen en moet zoeken naar woorden.
EINDNIVEAU A2 (BASISGEBRUIKER +)
- A2 is het niveau van iemand die het inburgeringsexamen gedaan heeft.
- Hij begrijpt korte eenvoudige teksten.
- Is in staat om informatie te vinden in eenvoudige teksten bv een advertentie of menukaart.
- Kan zinnen en regelmatig voorkomende uitdrukkingen begrijpen, bijvoorbeeld persoonsgegevens, familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk).
- Kan in simpele bewoordingen communiceren over de eigen achtergrond, de directe omgeving en kwesties op het gebied van diverse behoeften.
- Heeft basiskennis van de verschillende tijdsvormen (verleden tijd, voltooide tijd).
- Kan zinnen maken met voegwoorden zoals: omdat, want, en, maar en dus.
Voor uitgebreide informatie klik hier.