Woordenschat opbouwen
Om zonder naar woorden te zoeken een gesprek te kunnen voeren heb je een grote woordenschat nodig. Een nieuw woord moet je minstens 7 x horen voor het in je systeem zit. Hoe vaker je het gebruikt, hoe steviger het verankerd is.
Tips:
- Nieuwe woordenschat altijd aanbieden in een context
- Let op dat nieuwe woorden ook goed uitgesproken worden, herhaal, herhaal!
- Maak een keuze welke woorden je wil aanleren, afhankelijk wat past bij de behoefte van je deelnemer, het niveau en de interesse.
- Er is verschil tussen wat iemand begrijpt (receptief) en iemand zelf gebruikt (productief)
- Wat iemand vandaag leert, moet ie morgen kunnen gebruiken
- Maak gebruik van praatplaten om nieuwe woordenschat aan te leren in een duidelijke context.
Hier vind je de 2000 meest voorkomende woorden.